Heksenblog

Dagboek van een heks. Maar alleen als ik iets te vertellen heb :o)

17.9.07

HET VERSLAG

Al de hele dag speelt er een dromerige, gelukzalige glimlach op mijn gezicht. Die is enerzijds te danken aan het heerlijke berichtje van vanmorgen, dat twee van mijn beste vrienden zich sinds vannacht mama en papa mogen noemen van een dochtertje, Janne. Anderzijds is die het gevolg van een superzalig fantastisch spiritueel weekend in de Ardennen met onze “heksengroep”.

VRIJDAG

Vrijdagmiddag vertrok ik zonder verwachtingen maar met heel veel “goesting” samen met Caroline naar de Ardennen. We kwamen daar rond half zeven aan, en waren nog lang niet de laatsten, want we waren uiteindelijk pas rond half tien voltallig. We hebben de avond dan maar gevuld met heel veel gezellig geklets, want we zien elkaar wel vrij vaak, maar veel tijd om persoonlijke gesprekken te voeren is er niet, dus dat was een mooie gelegenheid om elkaar nog wat beter te leren kennen. Zo vertelde T over haar ervaring met stilte-retraites. Ik kon mij maar moeilijk voorstellen wat je nu kon hebben aan zeven dagen in groep zwijgen, en om het half uur wisselen tussen wandelen en mediteren, en voor de rest alleen eten en slapen. Niet dat ik haar ervaring weglachte, maar ik zag er de “fun” niet van in.

Pas na de aankomst van M, onze “spirituele leidster” (wow, dat klinkt sekte-achtig, maar ja, ik zou haar ook “hogepriesteres” kunnen noemen, want dat is ze wel, maar wij zijn niet echt een coven...), konden we echt van start gaan. We hielden buiten in de koele nachtlucht een openingsritueel, en al vanaf de eerste minuut voelde ik hoe bijzonder dit ging worden. Ik voelde hoe makkelijk ik mijn hoofd kon vrijmaken van alle gedachten, hoe het voor het eerst sinds anderhalve maand eindelijk stil werd in mijn hoofd, hoe de rust zich in mijn hersenen nestelde. Toen ik daar even later over nadacht, schoot ik in de lach toen ik besefte dat dat precies was waar ik even voordien nog om had gelachen: de ontzettende kracht van stil zijn in groep... M vroeg ons even na te denken over wat we dit weekend wilden bereiken. Het eerste wat in mijn hoofd opkwam was stilte, innerlijke rust. Want met dat hele freelance-gedoe was mijn hoofd de laatste weken zo overvol geraakt met ideeën, plannen, zorgen, stress en hooggespannen verwachtingen, dat ik zelfs slaapproblemen had gekregen doordat ik ook ’s nachts de maalstroom van gedachten niet stil kon zetten. Stilte was dus meer dan welkom, en ik verlangde ernaar eindelijk dat voortdurende lawaai in mijn hoofd af te kunnen zetten. Ze vroeg ons in het element te gaan staan waarbij die wens hoorde. Stilte hoort in mijn geval bij het noorden, en daar belandde ik samen met T. Vanuit en naar dat element toe zouden we het hele weekend werken. Na het ritueel kroop ik zowat meteen in bed, nadat ik het volgende in mijn dagboek noteerde:
STILTE
... in mijn hoofd.
Is wat ik wil aanvaarden dit weekend. Dat kwam heel duidelijk naar voren, meteen, als een inslaande bom. Het allereerste moment van echte stilte, na anderhalve of zelfs twee-en-een-halve maand chaos, vond ik hier, in het openingsritueel. Eindelijk!


ZATERDAG

De volgende ochtend begonnen we nog voor het ontbijt met een ochtendritueel, met goedemorgen wensen aan de vier elementen. Ik schreef:
De lucht is fris en ruikt naar natuur. De dikke nevel trekt langzaam open en laat de heldergele stralen van de zon door. Ik heb zin om de bossen in te trekken, de bomen overal om me heen te voelen.

Na het ontbijt kregen we de opdracht de vier elementen te ontdekken met alle vijf onze zintuigen. Kies voor elk element een symbool en ontdek dat symbool met al je zintuigen. Begin met het element van je wens.
Het noorden dus voor mij. Ik koos een prachtige eik die wat los van de andere bomen in een veld indrukwekkend stond te wezen. Ik bekeek hem aandachtig, tot in de kleinste details. Ik luisterde naar het geruis van de bladeren in de wind, naar een eikel die voor mijn ogen op de grond plofte. Ik bevoelde de fluweelachtige stam, de ruwe wortels, de heldergroene gelobde bladeren, de gladde twijgjes, de frisgroene eikels. Ik likte vol overgave aan de stam, de blaadjes en de eikels, en ontdekte dat hun smaak eigenlijk verwaarloosbaar tot onbestaande is, in vergelijking met hun geur. Het tweede element moest het tegenovergestelde van je eerste zijn. Vuur dus voor mij. Als symbool koos ik de zon. De zon bekijken is niet zo simpel, maar als ze achter een wolk zit zie je wel de stralen, en als ze vanachter de wolk vandaan komt is het rood achter je ogen nog honderd keer helderder dan tevoren. Voelen en proeven en ruiken lukt ook nog wel, al heb ik het dan vooral over de warmte op je gezicht, de warmte op je lippen en tong als je je mond opent voor de stralen, en de warmte van de lucht die je inademt. Horen... is zowat onmogelijk. De zon hoor je niet, hoe je het ook draait of keert. Ik hoorde wel een bij voorbij zoemen, en vond dat zo’n typisch zomers en zonnig geluid dat ik daarmee dan maar genoegen nam. Water en lucht heb ik heel wat sneller afgehaspeld want ik had nauwelijks nog tijd over na mijn uitgebreide studie van de eerste twee elementen, maar ik herontdekte wel de volmaakte schoonheid van een dauwdruppel en de viscositeit van water, die je zo makkelijk vergeet, tot je met één enkele druppel begint te spelen.

Na het middageten gingen we met onze ruggen naar elkaar in een cirkel tegen elkaar aan staan en vormden we samen een boom. We moesten ook het oergrondgeluid produceren die een boom zou kunnen voortbrengen. We voelden onze wortels zich diep in de aarde wroeten, onze stam schoot de hoogte in en vormde een brede kruin hoog boven onze hoofden. Een laag gezoem-gezang steeg uit ons op, soms samen, soms afzonderlijk, maar allemaal samen boom. Mooi. Indrukwekkend.

Daarna gingen we in een gewone cirkel zitten en werd er een kom water in ons midden geplaatst. We kregen zout (aarde) en enkele druppels water in onze handen. M vroeg ons onze diepste pijn naar boven te halen, en als we klaar waren om er afscheid van te nemen, die pijn luidop aan het water te geven door het zout van onze handen te schudden. Water staat immers voor emotie. En die kwam los, dat was duidelijk. De pijn in de cirkel was voelbaar, en ik huilde mee met de pijn van de anderen. Ik vond het echter zo goed als onmogelijk om pijn in mezelf te vinden. Hoe hard ik ook zocht, ik kon geen pijn vinden. Nu ja, dat is goed natuurlijk, dat ik me zo fantastisch in mijn vel voel dat ik geen pijn heb, maar ergens vond ik het niet eerlijk dat ik géén pijn vond, en de anderen zo veel. Omdat ik toch iets in het water moest werpen, heb ik voor mezelf de angst opgeroepen die ik soms wel eens voel, de angst om mijn dierbaren te verliezen, vooral dan de angst om B, mijn vriend te verliezen. Ik ben daar op dit moment helemaal niet bang voor, want het gaat fantastisch, maar af en toe komt die wel eens opzetten dus zo moeilijk was dat niet om me die voor de geest te halen. Een beetje bedriegt-den-boel, vind ik zelf, maar ja...

Om onze gemoederen wat te bedaren mochten we daarna een lange wandeling in het bos maken. In stilte, of toch in gedeeltelijke stilte, in kleine groepjes of alleen. Ik vertrok in groep maar zonderde me al gauw af van de rest. Ik vond een plekje waar ik lekker op een afgezaagde boom kon zitten en waar het heerlijke warme herfstzonnetje door het bladerdak in mijn gezicht scheen. Er kwam zo’n ontzettende golf van melancholie in me opzetten dat ik er even niet goed van werd. Ik begreep niet, en begrijp tot nu toe nog altijd niet, waar die vandaan kwam, maar ik vermoed dat het niet zozeer hoorde bij echte problemen of gevoelens, maar meer met de energie die zo ontzettend sterk was en die alles uit je haalt, of je nu wil of niet. Toen ik gezellig een spar ging knuffelen, vond een ander groepje me, en ik besloot met T en H mee te gaan. Van stilte kwam het dan niet meer, maar het was gezellig en fijn, dus bleef ik bij hen. We vonden een prachtig gorgelend beekje met een stroomversnellinkje en een krakkemikkig brugje erover heen, haast idyllischer dan je zou kunnen bedenken. Aangezien ik ‘water’ die ochtend er nogal snel had doorgedraaid, besloot ik dat deel van de oefening nog even door te nemen. Het zicht was fantastisch, het geluid om bij weg te dromen, het water was ijskoud, hoogstens enkele graden, en het water rook en smaakte naar roest en stenen... Gek is dat toch, dat je als volwassene echt wel een drempel moet overwinnen om aan een boom te likken en van een beekje te proeven, terwijl dat voor kinderen de normaalste zaak van de wereld is... Op de terugweg snoepte ik van de rijpe bramen en liet ik de twee dames even voor om nog even van de stilte te genieten.

Eigenlijk was het de bedoeling een journey (trancereis) te doen, maar M’s trommel was kapot en de cd-speler maakte zo’n piepend geluid dat het echt niet te negeren was, dus hebben we een begeleide meditatie gedaan. Ik kende hem al, het was er een van Roelien De Lange, uit haar boek “De vuurgodin” (een prachtig boek trouwens). Ik was echter blijkbaar nogal moe, en heb de fout gemaakt te gaan liggen zoals ik tijdens het reizen altijd doe, waardoor ik dus telkens in slaap viel en ik eigenlijk niet zoveel gedaan en gezien heb op mijn meditatie. Telkens als M’s stem me wakker maakte, was ik wel weer mee met de beelden die ze opriep, maar als we even zelf verder moesten gaan, sukkelde ik telkens opnieuw in slaap. Tja...

Die avond zouden we een ritueel doen, en we werden gevraagd per groep het element voor te bereiden dat het tegengestelde was van wat we wilden bereiken. Voor T en ik was dat dus vuur. Als iemand een idee had om de god of de godin uit te nodigen, mocht dat, maar het was niet verplicht. T en ik waren algauw klaar met onze voorbereiding aangezien die nogal simpel was, en hadden oorspronkelijk ook geen idee voor de god of de godin. Maar door een zetje van M herinnerde ik me plots dat de Ardennen hun eigen godin hadden, de jachtgodin Arduina. En in de bossen in de buurt liep er een bronstige hertenbok die geregeld luid burlde (nee dit is geen typfout, het exacte woord voor het bronstig loeien van herten is burlen), dus die was perfect als symbool voor de gehoornde god, die ook goed bij Mabon hoort. Mijn luiheid en slaperigheid van na de meditatie verdwenen als sneeuw voor de zon, mijn inspiratie schoot in gang, en ik ging ijverig op zoek naar een gewei...

Daarna begon ik aan het avondeten, een vegetarisch pastaslaatje met rode pesto, kerstomaatjes, mozzarella, rucola en parmezaan, dat blijkbaar heel goed in de smaak viel. Er moest nog een middenstuk van het ritueel in elkaar gestoken worden, en we kregen het idee nog eens uitgebreid te gaan chanten. T, C en ik werden aangeduid als Chinese vrijwilligers om dat voor te bereiden, maar dat vonden we helemaal niet erg want daar zijn we juist goed in. Ik trok nog snel mijn ‘heksenkleren’ aan en bedacht nog snel een tekst voor mijn hertenbokgod, en dan was het tijd voor het ritueel.

Het ritueel zelf was fantastisch. Echt enorm intens. De uitnodiging van de elementen was bijzonder indrukwekkend en paste perfect: een prachtige vertelling met uitbeelding voor het oosten, voor het zuiden “we will kindle the fire” met zoveel mogelijk geklap, gestamp en lawaai, voor het westen wiegden we mee op “the river is flowing” en voor het noorden was er een tekst die prachtig uitnodigde de stilte te ontdekken. Terwijl T de godin Arduina uitnodigde, en ze de groep vroeg de god uit te nodigen met een gepaste chant, verkleedde ik me met takken als gewei en een bruine sprei als ‘vel’ in een hertebok. Met een luide brul (of moet ik ‘burl’ zeggen) stormde ik de cirkel binnen. Velen waren keihard geschrokken en de eerste halve minuut werd er dan ook alleen maar heel hard gelachen. Mijn tekst (ongeveer, het was half spontaan):
Ik ben de heer van het woud
groot, sterk, machtig en indrukwekkend
aan mijn gezag wordt niet getornd
maar wie mij volgt, ontvangt ook mijn bescherming.
Gehoornde god,
koning van het woud
wees welkom in deze cirkel!

Een voor een vertelden we wat we tot dan toe ervaren hadden, en wat we van het weekend vonden. De dingen die gezegd werden waren heel echt en oprecht, en raakten me tot diep in mijn hart.
Dan zijn we begonnen aan onze hele reeks chants: een combinatie van de godinnenchant met “we are the old people”; “lady spin your circle bright” in canon (het idee had ik van Damh The Bard, fantastische muziek trouwens). Dan verhuisden we naar buiten en ontdekten we de prachtigste sterrenhemel die ik ooit in de Ardennen heb gezien, met de melkweg en alles erop en eraan. Dan volgden er paar “elementenchants”, de jazz-versie van “making love is making a connection”, “building bridges” en dansten we ons halfdood op “lord of the dance”. De energie wervelde over, rond, tussen en door ons heen, we zongen en lachten en dansten tot we er bijna bij neervielen. We sloten het ritueel af met een afscheid aan de god, de godin en alle elementen en eindigden met “may the circle be open”.

Ik bleef nog even buiten, staan kijken naar die overweldigende sterrenhemel. Ik kreeg de onbedwingbare neiging om “Vincent” van Don McClean te zingen, aangezien dat begint met “starry, starry night”, en dus stond ik daar in mijn eentje te zingen. Dacht ik. M stond achter me, ook te genieten van de sterren, en de knuffel daarna deed al even hard deugd als het heerlijke ritueel en het prachtige zicht op de sterren.

We sloten de avond af in het salon, met een ietwat verhitte maar vooral intensieve discussie. En ja, ook dat kan eens deugd doen, zo’n boom opzetten over bepaalde onderwerpen...

ZONDAG

De volgende ochtend begon voor mij bijzonder vreemd. Toen ik als laatste de eetkamer binnen kwam, werd ik onthaald op een oorverdovend applaus. Ik heb blijkbaar in mijn slaap een hele discussie zitten afsteken tegen mezelf, met twee verschillende stemmen dan nog. Nogmaals mijn excuses voor de mensen die ik wakker heb gemaakt met mijn litanie...

Na het ochtendritueel en het uitgebreide ontbijt begonnen we opnieuw te werken. Nadat we een hele zaterdag rond de elementen hadden gewerkt, was het de bedoeling zondag rond energie te werken. We vertrokken opnieuw naar het bos. De eerste oefening was ademen met de bomen, door de energie via je basischakra naar binnen te trekken, naar boven te laten stromen en via je kruin aan de boom door te geven, die de energie weer naar je voeten zou voeren zodat die langs onder weer kon binnenkomen (voor de mannen is dat omgekeerd). Dat ging ontzettend goed, zo goed dat ik er echt van schrok hoe intens dat voelde. Door al die energie naar binnen te trekken werd ik daarbij ook vreselijk heet, en ik was dan ook blij dat de oefening gedaan was, want ik hoopte weer wat te kunnen afkoelen. Niet dus. De tweede oefening was genieten van de energie van vuur, door de zon volledig in je op te nemen, je erin te wentelen. Dat ging nog wel, maar toen M begon over de passie van de zonnegod, kreeg ik het toch weer even vreselijk warm. De volgende oefening was heerlijk rustig en dus zonk alles weer wat. Een voor een mochten we in een deken gaan liggen en werden we door zes mensen gewiegd als een mandje op de golven van de zee. Heerlijk! Als laatste lieten we de creatieve en speelse energie van lucht door ons waaien door nog eens lekker te shaken op het jazzy “making love”.

Na het middageten was het de bedoeling echt met energie zelf te gaan werken in de groep. We riepen de energie in onszelf op en lieten die dan steeds sterker circuleren in de cirkel tussen onze handen. Dan lieten we los en vormde M met de energie een bol. Het was een serieus grote bal. We gaven hem door en kregen allemaal even de tijd om ermee te spelen, hem te voelen, te ervaren. Ik wist echt niet wat ik kon verwachten, maar besloot me er volledig voor open te zetten. Toen ik hem in handen kreeg, voelde ik hem effectief tussen mijn beide handen zitten. Ik kon hem een beetje samendrukken, maar echt niet veel, hij was een stuk harder en compacter dan ik verwacht had. Grappig. In de tweede ronde lieten we de energie stromen in de cirkel en concentreerden we ons op het midden, en vormden we een kegel van energie tussen ons in. Daarna lieten we hem los in het heelal, deze keer niet met een bepaald doel, maar alleen om “dank” te zeggen om wat we tijdens het weekend hadden mogen ervaren. Die tweede ronde was bijzonder intensief, en ik geraakte nadien maar niet van de energie af, hij overspoelde me helemaal, wervelde door mijn lijf. Hoe vaak ik ook op de grond stampte en mijn handen over het gras wreef, de tranen bleven over mijn wangen stromen. Voor I. was dit weekend de laatste activiteit die ze samen met onze groep zou doen want ze had een nieuwe groep dichter bij huis gevonden. Ze vroeg ons een steen voor haar op te laden met onze energie, zodat ze die mee kon nemen en altijd bij zich houden. Ik heb I. erg graag, en zal haar missen, ook al gun ik haar dit nieuwe avontuur (en haar nieuwe leven) van harte. Toen de steen bij mij kwam, heb ik daar dan ook een enorme dosis ingestoken van de energie die nog steeds door me heen wervelde. De tranen stroomden nog steeds over mijn wangen, en die waren dus meer door de overdosis energie dan van verdriet, maar ik ga zeker niet ontkennen dat de emoties van haar vertrek er nog een schepje bovenop deden. Gelukkig stond ik naast haar en kon ik haar dus de steen zelf overhandigen en kreeg ik er een dikke knuffel voor in de plaats...

Omdat verschillende mensen op verschillende momenten wilden vertrekken, namen we alvast afscheid van elkaar. En ook dat was intenser dan ooit tevoren. Er wordt bij ons sowieso al veel geknuffeld, maar zoveel als gisteren nog nooit. Er werden lieve dingen verteld die je normaal niet zo makkelijk zou zeggen, hoe we van elkaars aanwezigheid hadden genoten en wat elke persoon voor de andere betekende. Heel open, heel lief, heel oprecht. Echt uniek.

Dan ging het snel… Inladen, afrekenen, vertrekken, nog snel een knuffel, nog snel een kus, nog snel even iets vertellen. De auto in. Weg. Naar huis. Met heel mooie herinneringen, met een hervonden rust en stilte die soms oorverdovend is. Met sterretjes in mijn ogen en liefde in mijn hart. Met een enorme dankbaarheid voor die twaalf fantastische mensen die dit weekend voor mij onvergetelijk maakten. Met het gevoel van M’s lippen op de mijne, waarmee we keer op keer een vriendschap bezegelden die heel diep en intens is op zijn eigen unieke manier. Met een hele rugzak vol moed voor het leven, met nieuwe inzichten en een hernieuwd ‘geloof’. En natuurlijk met die dromerige, gelukzalige glimlach die ik nog steeds op mijn gezicht voel branden...

3 Comments:

Blogger Tink said...

Wow, dat was een heel bijzonder weekend! De Ardennen zijn ook wel de perfecte locatie. :-)

17:27  
Anonymous Anonymous said...

Wat een mooi verslag van het weekend! Fijn om het te lezen en alles terug te herleven en te zien door de ogen van een ander. Ik vond het zeer uniek en ik zal het altijd met me meedragen. Het gevoel van samenhorigheid ga ik ook niet vergeten. Ik hoop je zeker binnen twee weken terug te zien!

20:47  
Blogger Tink said...

Ik heb trouwens ook een staf van M., een beuken. Ik gebruik 'm ook niet heel veel, maar hij voelt geweldig voor mij.

15:30  

Post a Comment

<< Home